Regels voor 9-ball (bron: KNBB)

De ballen met de cijfers 1 t/m 9 worden in diamantvorm in de driehoek klaargelegd. De voorste bal moet de gele bal 1 zijn en wordt op de stip (voetsport) gelegd en de 9-ball in het midden. De rest maakt niet uit. De speler die begint moet de witte stootbal vanachter de hoofdlijn op de Bal 1 van de klaargelegde ballen stoten (de zogenaamde breakstoot). Als er één of meerdere ballen met deze breakshot in gaan dan gaat deze speler door en moet als eerste de laagst genummerde bal raken, mist hij of zij of als er geen ballen met de breakshot ingaan dan is de tegenspeler aan de beurt. Gaat de 9-bal er met de break in dan heeft de speler direct gewonnen.

De bedoeling van 9-ball is dat een speler die aan beurt is altijd de laagst genummerde bal raakt, als hij/zij deze pot dan moet hij het daaropvolgende nummer raken totdat hij/zij bij de 9-bal is. Wordt deze gepot dan is daarmee de winst binnen.

Het is ook mogelijk om combinaties te spelen. Zolang de speler altijd eerst de laagst genummerde bal raakt is de stoot geldig. Dus een speler kan de 1-bal raken en die vervolgens op de 9-bal stoten. Gaat de 9 in d pocket dan heeft deze speler direct gewonnen.

In tegenstelling tot bij 8-ball hoeft een speler niet van te voren aanwijzen in welke pocket hij/zij een bal wilgaan potten (callshot)

Indien een speler een foul maakt krijgt de tegenspeler ball-in-hand, dit wil zeggen dat de tegenspeler de stootbal overal op de tafel mag neerleggen om van daaruit zijn spel te hervatten. Fouls zijn onder andere wanneer de witte stootbal in de pocket verdwijnt, een bal aangeraakt wordt, als een bal uit de tafel gaat,als een andere bal dan de laagst genummerde bal als eerste geraakt wordt en als een speler helemaal geen bal weet te raken.